<< Vorige pagina

11 september 2019

De Spaanse Griep in de afdeling Westkwartier


De Spaanse griep maakte in 1918 en 1919 meer slachtoffers dan de Eerste Wereldoorlog, zo leerden de leden van de afdeling Westkwartier in juni. Spreekster was emeritus professor microbiologie (Universiteit Leiden) Katrien Bruggeman. Waar kwam het virus vandaan? Hoeveel slachtoffers heeft het geëist? Waarom wordt het 'de verzwegen pandemie' genoemd? En waarom heet het eigenlijk 'de Spaanse griep' als het virus helemaal niet uit Spanje kwam?

 

 

Wereldwijd wordt het aantal doden dat de ‘Spanish flu’ heeft geëist geschat op tien miljoen, waarvan 675.000 in de Verenigde Staten. Vooral Afrika lag onder vuur van het dodelijke virus. Sommigen daar zagen het als een complot van de Westerse bevolking en een bedreiging van het Afrikaanse continent. In Zuid-Afrika vielen er ongeveer evenveel slachtoffers als in de Verenigde Staten, al woonden er veel minder mensen. Een wereldwijde epidemie is een pandemie en de bevolkingsgrafieken tonen in 1918 een enorme dip in de levensverwachting. Het was niet de eerste keer dat een pandemie de wereld in de greep hield: in de vijfde eeuw vóór Christus was er al sprake van ‘de plaag van Athene’ en ‘de hoest van Perinthus’ – waarschijnlijk pandemieën. Vanuit Rusland (1729) en China (1781) overspoelde pandemieën Europa.

 

Drie pieken

 

De Spaanse griep had in de jaren 1918 en 1919, in tegenstelling tot een gewone griep, drie pieken. De eerste golf kwam in het voorjaar (tussen maart en augustus 1918). Daarbij ging het om een milde griep, waarbij mensen een paar dagen ziek waren en er weinig doden vielen. De tweede golf begon in september 1918. Deze keer bleek de griep niet alleen zeer besmettelijk, maar ook erg dodelijk te zijn. Vooral voor jonge personen. Omdat bij een ‘gewone’ griep juist ouderen dodelijk getroffen worden, verschilde het beeld zo sterk dat artsen weigerden te spreken van griep. Sommigen dachten aan cholera of tyfus. Anderen zeiden dat het een onbekende, nieuwe ziekte was. De derde golf in 1919 kreeg niet zoveel belangstelling, wellicht omdat de oorlog voorbij was en de thuiskomende militairen hun leed op het thuisfront moesten verbijten.

 

Spanische krankheit

 

Voor alle duidelijkheid: deze griep had eigenlijk niks met Spanje te maken. Alleen kon in de oorlogslanden nergens iets over de kwaal gepubliceerd worden om het moreel van de troepen niet te verzwakken. Vooral in VS was men streng op dat punt en waren er zware straffen bij te grote loslippigheid op dat vlak: ‘the fear is our first enemy’. Spanje, dat neutraal was en niet in de oorlog betrokken, had geen last van perscensuur en daar kon er vrij gerapporteerd worden. Ook andere namen werden oorspronkelijk gebruikt zoals ‘maladie onze’ (de elfde ziekte) in Frankrijk, de Italiaanse Influenza, de Russische blikseminzinking, zelfs de ‘Vlaamse koorts’ (bij de Duitsers). Toen men in Zwitserland sprak over de ‘Spanische Krankheit’ werd deze term wereldwijd overgenomen.

 

 

 

Uit China?
 

Als de Spaanse griep niet uit Spanje kwam, vanwaar kwam de pandemie dan wél? Er zijn vele theorieën en eigenlijk is men er op vandaag nog niet uit. Sommigen beweren dat de oorsprong in China ligt. Via de haven van Weihaiwei in noordoost China werden de manschappen van het Chinese Labour Corps (bij ons ‘Tsjings’ genaamd) naar de Europese slagvelden aangevoerd om hier loopgraven aan te leggen en andere ondankbare klussen uit te voeren. De schepen gebruikten daarvoor de zogenaamde ‘westelijke route’. Maar er was ook een ‘oostelijke route’: eerst per boot naar Canada, dan met de trein door Canada heen en tenslotte per boot naar Frankrijk. De reis door Canada moest echter geheim blijven. Het is weinig waarschijnlijk dat deze Chinezen de griep binnenbrachten.

 

Uit de VS?

 

Komt de Spaanse griep dan misschien uit de Verenigde Staten? Pas in april 1917 waren Amerikaanse militairen bij de oorlog betrokken. Duizenden rekruten werden in Camp Funston, Kansas, opgeleid voor het Europese slagveld. Het was daar dat een kok, genaamd Albert Gitchell (volgens sommige bronnen: Mitchell), zich in de ochtend van 4 maart 1918 bij de infirmerie aanmeldde met klachten van keelpijn, koorts en hoofdpijn. Tegen de middag waren er al honderd meldingen met dezelfde klachten. Het zou best mogelijk zijn dat hier de bron ligt van de Spaanse Griep. Hoe dan ook, midden april 1918 woedde de griep in de loopgraven van Argonne en Champagne, waar vooral Amerikaanse militairen actief waren… Dit zou wel eens de meest plausibele verklaring kunnen zijn van het begin van de epidemie.

 

Etaples

 

Sommigen beweren dat het Britse legerkamp in de Franse stad Etaples de plaats van de eerste uitbraak is geweest. De monding van de rivier Canche, een groot basiskamp, overbevolking (ongeveer één miljoen mensen hebben er verbleven) en de oorlogsomstandigheden (slechte hygiëne, stress, de gasaanvallen, …): het zou wel eens de voedingsbodem kunnen zijn geweest van de Spaanse Griep. Onafgebroken werden massa’s nieuwe soldaten aangevoerd voor de strijd in de loopgraven en terzelfdertijd reden ambulancetreinen dag en nacht af en aan met gewonden van het front. Gemiddeld lagen er meer dan 100.000 soldaten en daarnaast nog eens 23.000 zieke en gewonde manschappen in tenten en houten barakken bijeen. Ook werden er in het kamp levende varkens gehouden en kochten militairen op markten in nabij gelegen dorpjes levende ganzen, eenden en kippen.

 

 

Ideale omgeving

 

Kortom, voor een virus was dit kamp een ideale omgeving om op te komen en zich te kunnen verspreiden. De aanwezigheid van miljoenen dicht opeengepakte, geestelijk en lichamelijk sterk verzwakte militairen, van wie velen ook nog eens kampten met geïrriteerde luchtwegen, waren een makkelijke prooi voor een virus. In diverse legerkampen in de buurt van Etaples werden ook diverse uitbraken van griep gemeld waarbij niet alleen de snelle verspreiding van het virus opviel, maar ook de zeer hoge sterftecijfers.

 

Blauwzucht

 

De Spaanse griep verspreidde zich vervolgens naar Frankrijk, Engeland, Italië, Spanje, Oekraïne, Rusland, … en overal verzwakte het de slagkracht van de legers. Zo schat men in dat de ziekte 900.000 Duitse soldaten uitschakelde. Maar evenzeer was de mortaliteit erg groot bij geïsoleerde bevolkingsgroepen, zoals op de Fiji-eilanden en in Alaska. In het kleine en dunbevolkte dorp Brevig in Alaska stierven in vijf dagen 72 van de 80 bewoners. Alleen enkele wezen bleven over! Het was ook daar dat een wetenschappelijk team tachtig jaar na de pandemie het lichaam van een Inuït-vrouw heeft opgegraven, die begraven was in de permafrost (grond met een permanente temperatuur beneden het vriespunt). Het doel was het RNA van het griepvirus te achterhalen.

 

Drie wereldhavens

 

De eerste uitbraken van de tweede golf deden zich bijna simultaan voor in drie wereldhavens: Freetown in Sierra Leone, Brest in Frankrijk en Boston in de Verenigde Staten. Bijna ongeremd kon de ziekte zich zo over de wereld verspreiden. De symptomen waren vooral heliotrope cyanose (blauwzucht) en pneumonie (longontsteking). Al vlug verspreidde een paarse kleur zich van de oren en de mond naar het hele gezicht, zodat kleurlingen nog nauwelijks onderscheiden konden worden van de blanken. Vervolgens ontwikkelde de pneumonie zich en wanhopig vechtend om een hap lucht moest de patiënt in enkele uren de strijd met de dood opgeven. Het moet een ondraaglijke hel zijn geweest! En de wereld stond machteloos. Terwijl de endemie zich in erg korte tijd verspreidde, vond men geen middel om dat te voorkomen. Sommigen adviseerden om veel te snuiten of veel ajuinen te eten, maar dit bleken lapmiddeltjes. Ook mondkapjes boden geen soelaas. Brieven die uit Duitsland kwamen werden zelfs ‘gedesinfecteerd’… Men had het helemaal niet in de hand.

 

 

Verzwegen pandemie

 

Professor Bruggeman gaf tot slot nog een medische uitleg uit de virologie over de onderzoeken die sedertdien zijn gebeurd naar de oorsprong van de ziekte. De Spaanse griep noemde zij 'de verzwegen pandemie'. Er werd veel niet uitgesproken: voor militairen was het geen ‘eervolle dood’ en de symptomen waren ook niet altijd duidelijk. En alhoewel ongeveer 1% van de wereldbevolking overleed aan de kwaal zijn er weinig concrete gegevens te vinden. België heeft zelfs geen centrale databank betreffende het fenomeen, ondanks het feit dat mag aangenomen worden dat een derde van onze soldaten stierf door de griep. Hoezeer de griep kon ingrijpen in een gezin leerden we uit het verhaal van Geertje Pieters, een moeder uit Drenthe, dat we hieronder weergeven.

 

En hoe eindigde het? Net zo snel als het kwam, verdween het virus ook weer. Eind 1919 was het plots, op onverklaarbare manier, voorbij.

 

Jan Breyne

Afdeling Westkwartier

 

 

 

Het verhaal van Geertje Pieters

 

De Spaanse griep van 1918 sloeg ook zwaar toe in de arme provincie Drenthe. Voor het gezin van de weduwe Geertje Pieters uit het Drentse Hollandscheveld verliep de epidemie wel heel dramatisch. Geertje Pieters, geboren op 3 december 1861, was moeder van negen kinderen, van wie er één in 1910 was gestorven. In november 1918 kregen twee van haar zonen de gevreesde Spaanse griep: Jan van 32 jaar oud en Lucas van 25, die beiden nog thuis woonden. De griep maakte opvallend veel slachtoffers in hun leeftijdscategorie. Velen waren helemaal gezond voordat de epidemie toesloeg.

 

De arbeiders Jan en Lucas overleefden de griep niet. Ze overleden op 20 november. Volgens de overlijdensakte stierven ze tegelijkertijd: 's middags om halfdrie. Waarschijnlijk werden ze op 23 november begraven, samen met zeven andere inwoners van Hollandscheveld.

 

Hun zus Jantje (28) en hun broer Geert (22) konden er niet bij zijn, omdat zij inmiddels ook doodziek waren geworden. Jantje overleed een dag na de begrafenis, en nog een dag later stierf Geert. Binnen een week had Geertje Pieters vier kinderen verloren.




Terug naar overzicht »