<< Vorige pagina

31 augustus 2018

BON verloor een slag, maar kan nog altijd winnen


 

 

Het thema 'verengelsing aan universiteiten' leeft binnen de Orde. President Godelieve Laureys vroeg hier, net als vele andere Ordeleden, al meermaals aandacht voor. Beter Onderwijs Nederland probeerde afgelopen zomer via een rechtszaak een einde te maken aan de steeds verdergaande verengelsing aan Nederlandse universiteiten. De rechter gaf BON in eerste instantie niet haar zin én legde het inhoudelijke oordeel in feite bij de onderwijsinspectie. Neerlandicus en voormalig journalist Paul van Velthoven (afdeling Den Haag) maakt in dit artikel de balans op. De strijd is nog niet verloren…

 

In de zeventiende en de achttiende eeuw leverden Hollandse kooplieden wapens aan elke buitenlandse mogendheid. Dat gebeurde ook aan Spanje waarmee de Republiek een tachtigjarige oorlog uitvocht. Handel vóór alles. Dit motto geldt nog steeds. Nu vele Nederlandse universiteiten het water tot aan de lippen staat, is er een rat race ontstaan om zoveel mogelijk studenten aan te trekken. Dat kan door de cursussen in het Engels te geven. Ook hier geldt: handel vóór alles.

 

Argument

 

Maar de universiteitsbestuurders gebruiken zo’n argument natuurlijk niet. Ze schermen met internationalisering van de wetenschap (alsof die van vandaag of gisteren dateert) of dat het werkveld voor nieuwe academici ingrijpend is veranderd. Nee, de werkelijkheid is dat de Nederlandse universiteiten gewoon hun afzetmarkt moeten zien te vergroten, daarbij de landstaal verkwanselen zonder ook maar een moment het belang van die taal voor de samenleving af te wegen. Er wordt in feite in de leslokalen een nieuw soort brabbeltaal geïntroduceerd waarover al vele grappen zijn gemaakt. De schrijver A.F.Th. van der Heijden noemde het in zijn Groot Dictee 'dunglish': een mengeling van Nederlands en Engels.

 

Protest

 

Tot voor kort stelde het protest tegen deze ontwikkeling aan de universiteiten niet veel voor. De weinige instanties die het voor het Nederlands opnamen of het protest van individuele docenten die niet mee wilden gaan in deze verengelsing konden aan deze gang van zaken weinig veranderen. Toch was de afkeer om de Nederlandse voertaal aan de universiteiten niet langer te handhaven niet zo heel lang geleden nog algemeen. Toen minister van Onderwijs Ritzen in 1989 voorstelde om het Engels als voertaal aan de universiteiten te gebruiken, kreeg hij de volle laag over zich heen. Twee jaar later verordonneerde staatssecretaris Aad Nuis in de wet op het hoger onderwijs dat het Nederlands de onderwijstaal moest zijn. De neerlandicus Nuis liet bovendien in het desbetreffende wetsartikel opnemen dat daarmee beoogd werd de uitdrukkingsvaardigheid van toekomstige academici te verbeteren.

 

Bologna

 

Na de afspraken in 1999 in Bologna over intensievere samenwerking tussen Europese universiteiten en sterkere uitwisseling van studenten door een studiemodel waarvoor de Angelsaksische landen model stonden (het bachelor/master-programma), verliep in Nederland de afslag naar het Engels heel snel. Niet dat dit laatste in Bologna werd beoogd. Daar stond juist diversiteit van talen hoog in het vaandel. Toch kon dat vooral zo gaan doordat de kennis van de twee andere moderne talen Frans en Duits na de invoering van de Mammoetwet steeds verder was weggezakt.

 

Maastricht

 

Dezelfde Ritzen die met pek en veren werd besmeurd toen hij als minister het Engels aan de universiteiten wilde invoeren, ging als rector magnificus van de nog jonge universiteit van Maastricht onverdroten aan de slag om zijn instelling een Engelstalige uitstraling te geven. De prominente onderwijssocioloog Jaap Dronkers waarschuwde twee jaar geleden vergeefs tegen de trend die door Ritzen was ingezet en nu ook door nieuwe beleidsmakers werd ondersteund. Een beslissing daarover zou inzet moeten zijn van een zorgvuldig debat en uiteindelijk aan het parlement moeten worden overgelaten. Het ontstaan van aparte Engelse en Nederlandse scholen zou zorgen voor sociale segregatie. Vergeten wordt dat een gemeenschappelijke taal onmisbaar is voor (de opbouw van) de natiestaat.

 

BON

 

Deze kritiek mocht niet baten. Het was een particuliere instantie, BON (Beter Onderwijs Nederland), geleid door de filosoof Ad Verbrugge van de Amsterdamse Vrije Universiteit die dit voorjaar de kat de bel aanbond. BON beijvert zich sinds haar oprichting in 2006 voor verbetering van het onderwijs door aan docenten de eerste rol in het onderwijs terug te geven. Een belangrijk speerpunt was ook het behoud van het Nederlands als onderwijstaal door diezelfde docenten. BON zegt voorstander te zijn van internationalisering van het universitair onderwijs, ‘maar niet op zo’n manier dat we afscheid nemen van de moedertaal’. Dat ondermijnt namelijk, aldus BON, de kwaliteit van ons onderwijs in zijn geheel.

 

KNAW

 

Hoewel het vorig jaar aangetreden derde kabinet-Rutte na kritische rapporten van de Koninklijke Nederlandse Academie van Wetenschappen (KNAW) aanstalten leek te maken om de ongebreidelde verengelsing van het hoger onderwijs enigszins aan banden te leggen, gebeurde er in de praktijk niks op dit vlak. In het afgelopen voorjaar spande BON daarom met de onderwijswet van Nuis in de hand een proces aan tegen de psychologiefaculteiten van de universiteiten van Maastricht en Twente die recentelijk op het Engels waren overgegaan in de bachelor-fase. Voor BON gold deze situatie als een klassiek voorbeeld van hoe het niet zou moeten gaan. Momenteel is al bijna een kwart van de bachelor-opleidingen aan Nederlandse universiteiten in het Engels, voor de master-opleidingen is dat al voor ruim driekwart het geval.

 

Basisonderwijs

 

Deze verengelsing speelt aan de bovenkant van het onderwijsgebouw, maar aan de onderkant van het onderwijsgebouw rukt het Engels ook op. Dankzij de overijverige staatssecretaris van Onderwijs Sander Dekker uit het vorige kabinet wordt nu al volop met Engels geëxperimenteerd in het basisonderwijs. Op veel middelbare scholen worden bepaalde vakken al in het Engels gegeven. De scholen zien daarin een goede voorbereiding voor de inmiddels verengelste universiteit. Wat betekent dit voor de toekomst? Dat kun je wel raden. De uitfasering van het Nederlands in het onderwijs is niet langer theorie.

 

Stop

 

BON had in kort geding een moratorium (stop) van een jaar geëist voor de verengelste bachelor-opleidingen psychologie van Maastricht en Twente. Dat jaar zou dan benut moeten worden om de zaak te heroverwegen en een andere taalpolitiek te ontwikkelen. Op 6 juli deed de rechter uitspraak. Dat liep op een forse teleurstelling uit. De manier waarop dat moratorium vorm gegeven zou moeten worden, was volgens de rechter in onvoldoende mate gespecificeerd en kon daarom niet worden toegewezen.

 

Ontvankelijk

 

Toch was voorzitter Ad Verbrugge niet ontevreden. BON werd tegen de zin van beide universiteiten wel ontvankelijk verklaard in haar kritiek op hun taalbeleid. Daarmee kan BON in de toekomst verder procederen. Nog belangrijker was dat de rechter geen uitspraak wilde doen over de wettigheid van de Engelstalige opleidingen. Het is aan de onderwijsinspectie om deze vraag te beantwoorden door concreet uitvoering te geven aan het wetsartikel 7.2 van de hoger onderwijswet waarin staat dat Engels slechts in bepaalde gevallen kan worden toegestaan.

 

Onderwijsinspectie

 

Ook de onderwijsinspectie was door BON gedaagd, omdat zij nooit eerder de wettigheid van de Engelstalige opleidingen aan Nederlandse universiteiten heeft onderzocht. Daar begon ze alsnog mee nadat bekend was geworden dat BON een kort geding wilde aanspannen. De onderwijsinspectie heeft toegezegd dat haar onderzoek nog voor het einde van het jaar zal worden afgerond. De vreugde die nu nog heerst in Maastricht en Twente zal dan wel eens van korte duur kunnen zijn. Want hoe zullen beide instellingen duidelijk kunnen maken dat de kwaliteit van de opleidingen er mee gediend is dat deze sinds kort in het Engels moet worden gegeven, anders dan door de niet openlijk uitgesproken behoefte om daarmee buitenlandse studenten aan te trekken.

 

Geschermd

 

Tijdens het kort geding hadden beide universiteiten geschermd met internationalisering en andere kreten om hun keuzes te verantwoorden. BON gaf toen niet voldoende tegengas tegen deze argumentatie. Die zal nu van de onderwijsinspectie moeten komen. Zij zal nader moeten vaststellen of inhoudelijke argumenten de keuze voor het Engels rechtvaardigen. Als dat negatief uitvalt, en het kabinet niet in actie komt, dan zal BON opnieuw procederen. En afdwingen dat niet koopmansgeest, maar kwaliteit van de opleiding en andere zwaarwegende belangen voor de Nederlandse samenleving de doorslag moeten geven.

 

Paul van Velthoven

Afdeling Den Haag




Terug naar overzicht »