<< Vorige pagina

28 november 2019

We moeten niet tegen het Engels zijn, maar voor het Nederlands


Elke maand schrijft de president een voorwoord in onze digitale ledennieuwsbrief PrincEzine. Ze richt zich hierbij rechtstreeks tot de leden en niet zozeer tot een ruimer publiek. Deze keer is dit anders, want het voorwoord van het novembernummer is eigenlijk een volwaardig opinie-artikel geworden. We hebben het dan ook aangeboden aan verschillende media en het is onder meer te lezen in Taalpost, de digitale nieuwsbrief van het Genootschap Onze taal, op de website vrt-taal.net, in het ANV-ledenblad Neerlandia en in het tijdschrift van de Vlaamse Esperantobond. We wilden het de bezoekers van onze eigen website dan ook niet onthouden.

 

 

Onder de titel 'Against English: pleidooi voor het Nederlands' verscheen eerder deze week bij de Wereldbibliotheek een lijvig debatboek over de toenemende verengelsing van het onderwijs in Nederland. Daarin stellen Nederlandse academici, columnisten en schrijvers de 'doorgeslagen situatie' in het onderwijs in Nederland aan de kaak. Hoewel de titel prikkelend is, houdt hij ook een gevaar in. Wie in het verweer gaat tegen het Engels, verliest in onze gemondialiseerde samenleving het pleit. We moeten niet zozeer tegen het Engels zijn, maar vooral voor het Nederlands. En we moeten er ook alles aan doen om de veerkracht van onze taal te behouden.

 

Kreten en slogans

 

Vooraleer met allerlei kreten en slogans uit te pakken moeten we goed weten wat de feitelijke situatie is. Wat de verengelsing van het hoger onderwijs betreft is Nederland in Europa een buitenbeentje. Ongeveer een derde van alle bacheloropleidingen en niet minder dan drie kwart van de masteropleidingen wordt in het Engels gedoceerd. Geen enkel ander land in Europa 'haalt' deze cijfers en voert een zo uitgesproken pro-Engels beleid. Er zijn geen wettelijk vastgelegde quota of voorgeschreven flankerende maatregelen, zoals een parallel aanbod in het Nederlands, een verplicht minimum aan Nederlandstalige wetenschappelijke literatuur, een vereiste om van scripties en proefschriften een Nederlandse samenvatting te maken, laat staan een verplichte cursus Nederlands voor buitenlandse studenten. Er is een welig aanbod van cursussen in 'academic English', terwijl de zo broodnodige cursussen wettenschappelijke communicatie in het Nederlands schitteren door afwezigheid.

 

Al in 1990

 

Kenmerkend voor de Nederlandse situatie is dat de verengelsing al in 1990 door de politiek is ingezet. De universitaire overheden zijn daar gretig op ingegaan en gaandeweg werden de cijfers opgedreven. Daarbij staan drie doelen voor ogen: de internationalisering@home, het aantrekken van buitenlandse studenten en de aansluiting bij internationaal onderzoek.
De doelstellingen van internationalisering@home zijn het ontwikkelen van interculturele competenties bij de Nederlandse studenten, het verbeteren van hun communicatieve vaardigheden in het Engels en studenten laten kennismaken met de internationale wetenschappelijke literatuur. Hierdoor zouden Nederlandse studenten goed voorbereid worden op een internationale carrière en als wereldburgers goed beslagen ten ijs komen.

 

Buitenlandse studenten

 

Het Nederlandse hoger onderwijs wil ook meer buitenlandse studenten bedienen, niet alleen Europese uitwisselingsstudenten, maar in toenemende mate ook niet-Europese studenten die een volledige opleiding willen volgen. Deze laatste groep vormde een belangrijke trigger voor het oprukkende Engels. Hier spelen duidelijk mercantiele beweegredenen mee. De Nederlandse universiteiten stonden vooraan in de rij om een graantje mee te pikken van de enorme mondiale studentenstromen, vooral afkomstig uit Azië. De pasmunt was een ruim aanbod van Engelstalige opleidingen. Doordat studentenaantallen beslissend zijn voor de financiering werden sommige kleinere universitaire instellingen en gespecialiseerde opleidingen met opheffing bedreigd. Om de leegloop en dus de sluiting tegen te gaan, is men grootschalig internationaal gaan rekruteren.
Ten slotte heeft het Engels een bijna-monopolie in wetenschappelijke tijdschriften en op internationale congressen. Daardoor steunt het academisch onderwijs in grote mate op Engelstalige publicaties.

 

Kritische geluiden

 

Tot voor kort kwam er vanuit de academische wereld maar weinig tegenkanting, maar de laatste jaren zijn steeds meer kritische geluiden te horen. Zowel de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW) als de Taalunie hebben rapporten gepubliceerd waarin de noodzaak van een tweesporenbeleid en de urgentie van het behoud van het Nederlands als wetenschappelijke taal worden bepleit. In deze rapporten, en nu ook in het pas verschenen debatboek, wordt vooral gewezen op de gevaren van kwaliteitsverlies in het onderwijs. Studenten trekken aan de alarmbel, omdat de docenten doorgaans minder goed lesgeven in het Engels dan in het Nederlands. Het verwerken van leerstof in het Engels kost meer tijd en moeite. De meeste afgestudeerden komen op de Nederlandse arbeidsmarkt terecht en slechts een breukdeel van hen moet in het Engels communiceren. Voor een aantal beroepen – zoals artsen, leraren en advocaten – is het juist cruciaal het Nederlands adequaat te gebruiken.

 

Gevaren

 

Er sluimeren veel gevaren in de verengelsing van het academisch onderwijs. Om de leerlingen goed voor te bereiden, gaat het middelbaar onderwijs nu ook meer vakken en lesuren in het Engels geven. Het Engels wordt op de lagere school al onderwezen. Waar wachten we dus op om ook het kleuteronderwijs te verengelsen? Of zouden Klaas en Neeltje niet beter meteen beslissen om hun baby in het Engels op te voeden? Ze moeten dan zelf wel eerst een cursus gaan volgen om hun Engels bij te spijkeren. Het is duidelijk dat we in een vicieuze cirkel dreigen te belanden en dat deze dringend doorbroken moet worden.

 

Vlaanderen

 

En Vlaanderen dan? In Vlaanderen loopt het anders. Er is een vrij strenge taalregelgeving waarin quota voor anderstalige cursussen worden opgelegd. Dat is natuurlijk historisch gegroeid vanwege de strijd tegen de verfransing. In vergelijking met Nederland is het Engels slechts mondjesmaat en veel later toegelaten. Vandaag zijn in Vlaanderen de universiteiten vragende partij om meer Engelstalig onderwijs te kunnen verstrekken. De academische overheden kloppen aan bij de politici, want ze willen af van het betuttelende systeem van quota en cursussen tellen. Hun argumenten zijn veelal dezelfde als die van hun Nederlandse collega’s. Gelukkig is het bewustzijn dat men niet lichtzinnig mag omspringen met het erfgoed van de moedertaal in Vlaanderen groter dan in Nederland. Uit recente publicaties blijkt dat krampachtigheid heeft plaats gemaakt voor een bezonnen houding en voor een dynamisch taalbeleid met oog voor de Europese en internationale ontwikkelingen in het hoger onderwijs.

 

Drempelverhogend

 

Bij dit alles mag niet worden vergeten dat Engelstalig onderwijs drempelverhogend werkt en een bijkomende barrière vormt voor jongeren uit meer kwetsbare groepen, die niet van thuis uit worden gesteund om al vroeg vreemde talen te leren, of voor jongeren die wel graag scheikunde of elektrotechniek willen gaan studeren, maar geen talenknobbel hebben. Het democratisch deficit is aanzienlijk en dat terwijl de overheid, en dus de belastingbetaler, nog steeds de belangrijkste financier van het hoger onderwijs is.
Wetenschappers hebben een verantwoordelijkheid tegenover hun eigen gemeenschap om hun inzichten te delen, bekendheid te geven aan hun resultaten en voor toepassingen te zorgen binnen de nationale en lokale context. Het Nederlands is daarvoor de geschikte taal bij uitstek.

 

Godelieve Laureys

 

Emeritus professor Godelieve Laureys (Scandinavistiek en Noord-Europakunde aan de UGent en RUGroningen) is president van de Orde van den Prince, een politiek ongebonden genootschap voor Nederlandse taal en cultuur. De vereniging zet zich in voor het Nederlands als volwaardig communicatiemiddel in alle domeinen van de Vlaamse en Nederlandse samenleving.


Reacties

  • Door Theo Kralt op 23-11-2019

    Beste Godelieve,

    Heel goed dat de Orde van den Prince nu deelneemt aan dit debat en op een genuanceerde wijze stelling neemt.

    Met een vriendelijke groet,

    Theo Kralt

  • Door Dorothea.van.hoyweghen@skynet.be op 23-11-2019

    Terecht en waardig pleidooi voor het Nederlands in het onderwijs!
    Bedankt daarvoor!

  • Door Richard Sweldens, Haspengouw op 23-11-2019

    Orde vd Prince President, Godelieve Laureys schrijft een merkwaardig, evenwichtig én duidelijk stuk over “Engels in Academische &  andere opleidingen”.

  • Door André-Emmanuel Baert op 24-11-2019

    Waarde President,

    Zeer gebalanceerd en waardig opgesteld !

    André Baertno

  • Door Marcedmond.michaux@telenet.be op 24-11-2019

    Geachte mevrouw president
    Beste Godelieve,
    Proficiat voor dit goed doordachte essay. Hiermee kunnen wij op het terrein aan de slag. Overigens onderschrijf ik jouw grotere bezorgdheid voor de ontwikkelingen in Nederland dan in Vlaanderen.
    Hartelijke Princegroet
    Marc Michaux (afdeling Genk)

  • Door Jeanette van Nigtevegt - de Graaff op 24-11-2019

    Dit genuanceerde en onderbouwde artikel verdient verdere verspreiding.

  • Door A.H. Kamermans (Age) op 02-12-2019

    Pleidooi voor Nederlands is zeker niet populistisch.

    Aldus ONNO KOSTERS in Volkskrant.nl/opinie 2 december 2019.

    Het gebrek aan aandacht voor het Nederlands; de door de middelbareschoolomgeving aangezwengelde onwil om meer dan een enkele novelle (en dan wel over iets dat ‘relatable’ is en bij voorkeur autobiografisch) in het Nederlands te lezen; het daardoor tot een minimum teruggebrachte vocabulaire, begrip en kennis van beeldspraak, gezegden, maar ook besef van het belang van structuur; en het door de firma list & bedrog genaamd reclame en ‘media’ gebezigde Nederengels dat tot een merkwaardige maar ernstiger, vaak ook voor de gebruiker zelf bij herlezing onbegrijpelijke mengtaal leidt: dat alles maakt dat we de zorgen om het Nederlands serieus moeten nemen.

    Met die briljante academici die de wetenschap ingaan, zal het wel loslopen; laat hen vooral ook in het Engels publiceren en onderwezen worden. Laat universiteiten zich vooral ook breed profileren: bij een open cultuur, voor zo lang als het duurt, hoort een open communicatiemiddel. Het Engels speelt daarin, of we dat nu leuk vinden of niet, een cruciale rol. Maar laten publicisten, ouders en scholen zich realiseren dat er niets populistisch is aan het houden van een pleidooi voor het Nederlands. Het Nederlands is bittere noodzaak.



Terug naar overzicht »