<< Vorige pagina

10 januari 2019

Nauwere samenwerking Nederlandse en Vlaamse middenveldorganisaties


Bergen op Zoom, grensstad tussen de zuidelijke en noordelijke Nederlanden, was als plek uitgekozen waar op 1 december ruim honderd Vlamingen en Nederlanders bij elkaar kwamen om hun gezamenlijke slagkracht te onderzoeken. In de tot sjiek theater omgetoverde Waterstaatkerk De Maagd werd daar onder het motto 'Samenwerken loont' op initiatief van het ANV en de Beweging Vlaanderen-Europa een symposium gehouden. De Orde van den Prince was aanwezig en discussieerde mee.

 

 

Dat Nederlands-Vlaamse samenwerking inderdaad succesvol kan zijn, bleek uit de presentatie over de recent tot stand gekomen fusie tussen de havens van Gent, Terneuzen, Vlissingen en Borssele. Een voorbeeld dat inspirerend zou moeten werken voor alle overige vormen van samenwerking tussen beide landen. North Sea Port is een uniek grensoverschrijdend project, dat noch in Vlaanderen noch in Nederland de aandacht heeft gekregen die het verdient. Daarom schetste Gentenaar Daan Schalck, die als codirecteur samen met de Zeeuw Jan Lagasse aan de wieg staat van dit nieuwe Vlaams-Nederlandse havenbedrijf, het ontstaan van dit project. Een project dat ondanks allerlei gunstige aanwijzingen door bestuurlijk verzet al te lang op zich liet wachten.

 

Engelse benaming

 

Men koos na enige aarzeling voor de Engelse benaming North Sea Port, omdat het voor buitenstaanders de herkenbare plek aangeeft waar je moet zijn als je met de Lage Landen handel wil drijven. De doorbraak naar deze nieuwe onderneming, die het havenbedrijf Gent en Zeeland Seaports verenigt in een nieuwe holding naar Europees recht, werd gelegd tijdens de topontmoeting in 2016 tussen de Nederlandse premier Mark Rutte en Vlaams minister-president Geert Bourgeois.

 

Doorslaand succes

 

Sinds de fusiehaven eind vorig jaar met ondertekening door beide partijen formeel van start is gegaan, is hij een doorslaand succes. Kennis, netwerken, infrastructuur en middelen komen nu bij elkaar. Het zorgt voor een aanzienlijke vermeerdering van het scheepvaartverkeer en van de werkgelegenheid in de vier havens en de ruim vijfhonderd bedrijven die in deze omgeving werkzaam zijn, zo vertelde Daan Schalck. De structuur van dit nieuwe havenbedrijf, de derde in grootte in Europa, is keurig verdeeld over beide landen. De maatschappelijke zetel is in Sas van Gent, vlak bij de Belgisch-Nederlandse grens en het Havenhuis in Gent geldt als officieel uithangbord voor de nieuwe houdstermaatschappij.

 

 

 

Dwarsligger

 

Gentenaar Schalck noemde zich een dwarsligger in het jarenlange bepleiten van deze samenwerking tegen alle klippen op en wees op de historische voortrekkersrol van koning Willem I, die het kanaal Gent-Terneuzen liet graven en Gent zijn eigen universiteit bezorgde. Hij mag in Nederland misschien niet zo’n goede reputatie hebben, de Gentenaars denken daar heel anders over, aldus Schalck. Want zonder Willems persoonlijke initiatieven was Gent hetzelfde lot beschoren geweest als Brugge, aldus Schalck. Meer dan de helft van de werkgelegenheid in de stad (kennisindustrie en havenbedrijf) hebben we aan hem te danken. Het standbeeld, dat eerder dit jaar aan de Koning Willem I-kaai in Gent werd onthuld, verdient hij dan ook echt.

 

Fout

 

Dat het ook fout kan gaan, bewees, aldus Schalck, de mislukte fusie tussen bpost en Post NL twee jaar geleden. Ook die was in het politieke topoverleg tussen beide landen aangekaart. En hij noemde ook de voortgaande impasse rond de IJzeren Rijn, nu eufemistisch het 3RX-tracé (Rhein-Ruhr Rail Connection) gedoopt om het project een nieuwe kans te geven. In de paneldiscussie rond 'Samenwerken aan een innovatieve ruimte', waar de harde onderwerpen aan bod kwamen - die in tegenstelling tot de softere uit de culturele samenwerking zo moeilijk te verwezenlijken zijn - kwam dit ook aan bod. Moderator, Vlaams vertegenwoordiger in Nederland en Ordelid Axel Buyse zei dat er een vloek rustte op die spoorlijn die het achterland van Antwerpen met Duitsland moet verbinden. Al jaren heerst er een impasse en het is Nederland dat daarbij dwarsligt. Het nieuwe voorgestelde tracé, dat niet langer door Nederlands natuurgebied loopt, maar via Venlo aansluiting mogelijk maakt met Noordrijn-Westfalen en bovendien goedkoper is dan het oude, zou nu meer kans van slagen moeten hebben bij de Nederlandse overheid. Maar zover is het nog niet.

 

Strategienota

 

Anders dan bij de Nederlandse overheid zijn de ambities bij de Vlaamse overheid uitermate hoog, getuige de vorig jaar uitgegeven 'Strategienota Nederland-Vlaanderen' van de Vlaamse regering. Als voornaamste handelspartner van Nederland bepleit de Vlaamse nota één economische, één logistieke, één culturele ruimte en zelfs één gedeelde ruimte voor wat de internationale betrekkingen betreft. Op geostrategisch gebied hebben we volgens Axel Buyse troeven in handen met de Gouden Delta, omdat we op het snijvlak zitten van Germaanse en Latijnse cultuur en van de Angelsaksische en Duitse wereld. Die troeven moeten ertoe leiden dat we onze landen aan elkaar klinken, aldus Buyse.

 

 


Axel Buyse leidde het debat over 'Samenwerken aan een innovatieve ruimte' met Diane Verstraeten (wegbereider Reflectieoefening Vlaanderen-Nederland), Erik ter Hark (voorzitter Benelux Business Roundtable), Lia Voermans (Director external strategy bij de Brightlands Chemelot Campas) en Hans Mooren (Benelux).
 

 

Funeste gevolgen

 

Hans Mooren, contactpersoon namens de Benelux-organisatie in Brussel, en Erik ter Hark, voorzitter van de Benelux Business Roundtable, wezen bij gebrek aan die verbinding op de funeste gevolgen voor de arbeidsmobiliteit en logistiek als gevolg van de nog steeds bestaande harde landsgrenzen. Door de ondergang van de Fordfabriek in Genk verloren in 2012 duizenden hun baan, maar velen zou dat lot bespaard zijn gebleven als zij over de grens hadden kunnen uitkijken naar een andere baan. Toch signaleerde Ter Hark dat met name op het terrein van de arbeidsmobiliteit vorderingen ten goede worden gemaakt. Niet alles is kommer en kwel.

 

Verengelsing

 

Ook werd er over de gemeenschappelijke taal als drager van cultuur gesproken. Hoe zou die benut kunnen worden? Onder leiding van Vlaams radiomaker Jan Hautekiet werd in het panel dat hieraan gewijd was, voornamelijk gesproken over de voortgaande verengelsing in het hoger onderwijs. Professor Rint Sybesma, Leids hoogleraar Chinese taal, beschreef de verengelsing als een autonoom monster, dat ongehinderd doordendert, ook al vangt het van vele kanten geluiden op dat dat wordt betreurd. Op termijn ziet hij de uitfasering van het Nederlands in het hele onderwijs als een onontkoombare uitkomst.

 


Radiomaker Jan Hautekiet in gesprek met Rint Sybesma (Universiteit Leiden), Nozizwe Dube (voorzitter Vlaamse jeugdraad 2015-2017), Godelieve Laureys (Universiteit Gent en Orde van den Prince) en Maarten Vidal (Nederlandse Taalunie).

 

Nederlandstalige bachelors

 

Gezamenlijk lijken Vlamingen en Nederlanders daar weinig aan te kunnen doen. De Nederlandse Taalunie, die daarvoor de aangewezen instantie lijkt, kan, aldus vertegenwoordiger Maarten Vidal, slechts een beleidsvoorbereidende, maar geen leidende rol spelen. Net als zijn collega Godelieve Laureys, Gents emeritus hoogleraar Scandinavische talen en President van de Orde, pleit Sybesma voor uitsluitend Nederlandstalige bachelors. Dan blijft de landstaal in het hoger onderwijs een significante rol spelen. Waarom zou een rijk land als Nederland dat niet kunnen betalen? Maar dan moeten we dat samen wel willen, aldus Sybesma. En daar ziet het niet naar uit. Een conclusie die niet werd weersproken.

 

 

Paul van Velthoven

Afdeling Den Haag

 

Paul van Velthoven was onder andere Nederlands correspondent bij Le Monde en De Standaard. Hij is lid van de redactie van Neerlandia.
 

Foto's: Koen Fasseur

 

 

Dit artikel verscheen oorspronkelijk in Neerlandia, jg. 122 (2018), nr. 4, pp. 12-13. Neerlandia is het tijdschrift van het Algemeen-Nederlands Verbond (ANV).


Reacties



Terug naar overzicht »