<< Vorige pagina

27 juni 2019

Een ‘schooldag’ over de Amsterdamse school: ook mooi bouwen voor de arbeiders


Op de jaarlijkse gewestdag voor Holland en Noord-Nederland, die dit jaar op 18 mei werd georganiseerd in Amsterdam, stond de architectuurstijl van de Amsterdamse School centraal. Deze bouwstijl kwam op aan het begin van de twintigste eeuw. Het doel: ook mooi bouwen voor de arbeiders. Amsterdam is er als 'het mekka van de volkshuisvesting' wereldberoemd mee geworden. Na een lange 'schooldag', inclusief 'schoolreisje', waren de honderd aanwezigen ware experts geworden en zagen zelfs de Amsterdammers dingen in hun stad die ze nog nooit eerder gezien hadden.

 

 

Aan de voordeur van de onlangs gerestaureerde kleuterschool ‘Het Schip’ in Amsterdam-West (Spaarndammerbuurt) ontving de enthousiaste ‘juf’ (en dagvoorzitter) Marly Bergman haar ‘leerlingen’ uit de gewesten Holland en Noord-Nederland. In de hal klonk een vrolijk gekeuvel van herkenning en begroeting. De honderd Ordeleden voelden zich weer kind worden in dit door Michel de Klerk ontworpen bijzondere schoolgebouw uit 1921. Het gebouw is een schoolvoorbeeld van de Amsterdamse School architectuur. Het motto van De Klerk bij de bouw luidde: “Niets is mooi genoeg voor de arbeider, aangezien die al zo lang zonder schoonheid heeft moeten leven.”

 

Schoolhoofd

 

Wakker voor de les na een kop koffie liep iedereen braaf de monumentale schooltrap omhoog alwaar in de bovenzaal het ochtendprogramma begon. ‘Schoolhoofd’ (en afdelingsvoorzitter) Rob van der Kamp verwelkomde iedereen op de veertigste verjaardag van de afdeling Amsterdam met een lach, maar ook met een traan, omdat de afdeling haar trouwste en actiefste lid Margreeth Dahlkamp onlangs is ontvallen. Ze had zich nog zó op deze gewestdag verheugd. Na de verwelkoming kondigde dagvoorzitter Marly Bergman de ‘bovenmeester’ van de Orde aan, Jan Weierink, vicepresident in het Dagelijks Bestuur en lid van de afdeling Twente-Achterhoek.

 

Bovenmeester

 

De speech van 'bovenmeester' Jan Weierink was een stevig betoog voor de ‘leerlingen'. Hij benadrukte het belang van de Orde en de behoefte aan zowel vernieuwing als traditie. Hij pleitte voor een grotere uitstraling, zowel op intellectueel als cultureel gebied. Hij onderstreepte de unieke band tussen de twee lage landen en kondigde twintig nieuwe leden binnen het Gewest aan, die niet alleen vrijblijvend lid worden voor de gezelligheid, maar ook om Amicitia en Tolerantia uit te dragen tegen de verzuring en verharding van de maatschappij. Hij riep eenieder op de PrincEzine goed te lezen. Zijn felicitaties aan de jarige afdeling werden onder dankzegging door Marly ontvangen.

 

Amsterdamse school

 

Daarop kreeg de bevlogen ‘leraar’ Ton Heijdra van Het Schip het woord om ons álles te vertellen over de ontstaansgeschiedenis van de Amsterdamse School, niet alleen als stijlfiguur van architectuur maar ook als beweging. Ton is geschiedschrijver en ‘woont’ zijn hele leven al in Het Schip. Hij vindt Amsterdam mooier buiten de grachtengordel dan daarbinnen. Dat onderbouwde hij een vol uur met een vurig historiserend pleidooi (“Ik heb Rembrandt hier in de wijk aan de muur hangen!”) en aan de hand van talrijke tekeningen, foto’s en afbeeldingen. Hij plaatste de Amsterdamse School beweging daarmee in een kunsthistorische context.

 

 

Mekka van de volkshuisvesting

 

Alice Roegholt schreef in het boek ‘Op de golven van de stad – een ronde langs de Amsterdamse School’, dat Amsterdam in het begin van de twintigste eeuw op een geweldige manier verfraaid is met nieuwe gebouwen en nieuwe wijken, die de stad als ‘mekka van de volkshuisvesting’ wereldberoemd hebben gemaakt. Veel van de huizen zijn gebouwd in opdracht van visionaire woningbouwcoöperaties, die het idealisme van het bouwen van goede woningen koppelden aan het ‘verheffen van de arbeider’ met kunst en cultuur. De bevlogen architecten van de Amsterdamse School waren daar een meester in. Zij boetseerden met bakstenen en gebruikten kunst om hun gebouwen tot arbeiderspaleizen te vervolmaken. Beroemde kunstenaars en architecten werkten met elkaar samen en hebben de mooiste kunstwerken tot stand gebracht, van gevels tot straatmeubilair en van bruggen tot brievenbussen.

 

 

     

 

Pioniers

 

Na de pioniers Pierre Cuypers, H.P. Berlage en J.E. van de Pek waren het de architecten Eduard Cuypers (zoon van Pierre), Michel de Klerk, Piet Kramer en Joan Melchior van der Mey die zich afzetten tegen traditionele architectuur. Bestaand bouwmateriaal als baksteen en dakpannen gebruikten zij op een vernieuwende manier, met andere metselverbanden en voegwerk, soms zelfs tot hele reliëfs. Alle gevels zijn gedecoreerd met siersmeedwerk, van hijsbalk tot balkon. Ramen hebben soms trapezium- of paraboolvormen. Architectuur als ‘Gesamtkunstwerk’. Zij werkten nauw samen met beeldhouwers, vooral stadsbeeldhouwer Hildo Krop. Piet Kramer ontwierp talloze bruggen en brugwachtershuisjes. Bindmiddel voor de beweging was het tijdschrift Wendingen, waar naast architectuur ook typografie en ontwerpen van meubels, textiel en glaswerk aan bod kwamen.

 

          

 

Buiten

 

Nieuwsgierig gemaakt werden we in twee groepen verdeeld om onder leiding van gidsen buiten al het schoons te gaan bekijken. Aan de buitengevel van de kleuterschool ‘De Veulens’, zagen we een granieten sculptuur van een boogschutter omgeven door hinden en bloemen, gemaakt door Hildo Krop. Boven de toegangsdeur sneed Krop uit notenhout een rooster met een voorstelling van dartelende veulens, een verwijzing naar de speelse schoolfunctie. Om de hoek van Het Schip zagen we de fraaie ronde ‘Sigaar’ uit de gevel puilen en bekeken we een markante arbeiderswoning van woningbouwvereniging Eigen Haard, in oorspronkelijke huisstijl ingericht en met ‘socialistische kerktoren’. Via de achterdeur verlieten wij het pand om op het speelplein achter de kleuterschool bijzonder straatmeubilair te bewonderen. Ook namen we een kijkje in een keet waarin het leven in de sloppen van oud Amsterdam werd weergegeven. Daarna werd het tijd om de aangeklede lunch te gebruiken in de leslokalen.

 

          

 

 

Schoolreisje

 

's Middags gingen we op ‘schoolreisje’, want zo voelde het zeker als je achter in de bus zat. De gidsen confronteerden ons met de zojuist geleerde architectuur in de periferie van de twintigste-eeuwse stadswijken, eerst Plan West en daarna Plan Zuid van H.P. Berlage. Zelfs leden die Amsterdam goed kennen, zagen details die ze in het drukke verkeer nog nooit gezien hadden, daar we nu ongestoord uit de hoge busraampjes konden kijken. De buschauffeur loodste ons door Plan Zuid naar woningencomplex 'De Dageraad' voor een versnapering. In een museumpje was er een stijlkamer ingericht.

 

          

 

Woningwet

 

De Dageraad is een goed voorbeeld van de woningbouw sinds de woningwet van 1901. Die wet bepaalde onder meer waar een woning aan moest voldoen. Dat heeft de ruimtelijke ordening van Nederland in hoge mate vorm gegeven, want sindsdien moest er een bouwvergunning zijn die paste in het bestemmingsplan. Het waarneembare verschil in het straatbeeld aan beide zijden van de Nederlands-Belgische grens komt door het vastleggen van zaken als rooilijnen, afstanden tot de weg en nokhoogtes. Mede daardoor is Nederland vergeleken met België geordender. Immers in België is pas met de eerste wet op de stedenbouw uit 1962 de buitenruimte geordend of, zoals je wilt, de vrijheid ingeperkt om te bouwen waar en hoe je wilt.

 

          

 

Centraal station

 

De busrit eindigde in Amsterdam-Noord aan het IJ tegenover het Centraal Station van Amsterdam. Zonder een vaartochtje over het IJ is een bezoek aan Amsterdam immers niet compleet, al is het per pont, want touringcars mogen de binnenstad niet meer in. Wandelend tussen de oranje petjes van de ‘meesters’ Cor de Jong vooraan en Paul Michielsens achteraan, bereikten de inmiddels geschoolde ‘scholieren’ door het Amsterdamse gewoel in kolonne het Restaurant 1e klasse op spoor 1, waar ons het diner werd voorgeschoteld. Na een champagnetoost kregen we als voorafje de gelegenheid de stijlvolle koninklijke wachtkamer te bezoeken. Het stationsgebouw is net als het Rijksmuseum in kerkelijke stijl gebouwd door de katholiek Pierre Cuypers (1827-1921). De protestantse koninklijke familie wilde er om die reden lang geen gebruik van maken!

 

 

Complimenten

 

Om zeven uur was het tijd om aan tafel te gaan, met tafelschikking om kliekjesvorming te voorkomen. Het was ook tijd voor complimenten. Arend-Jan Julius, gewestpresident Noord-Nederland, reflecteerde op onze gewestdag in het OBA in 2009 met onder andere stadsdeelraadvoorzitter Ahmed Marcouch. Hij blikte eveneens vooruit naar de volgende gewestdag 2020 in Friesland. Daarop volgden de allerlaatste woorden van onze onvolprezen gewestpresident Holland, Cees de Wit. Tijdens zijn periode zijn er vijftig nieuwe leden bijgekomen, de meesten in Delft. Cees dankte zijn voorganger Johan Draulans voor de ‘boedelscheiding’.

 

Woningbouwbehoefte

 

Cees ziet na vandaag parallellen tussen de huidige situatie en de woningbouwbehoefte in de twintiger jaren. De jongste generatie kon ook tóen geen woning betalen! Hij vindt dat een mooi thema voor de Orde. Echter zijn termijn zit erop en hij geeft het stokje door aan Willem Gijsels, tot dan toe voorzitter van de afdeling Den Haag. Cees werd hartelijk bedankt door Rob, die de bijeenkomst afsloot door terug te blikken op een geslaagde ‘schooldag’. “Wij hebben met jullie ons feestje gevierd! Dat doen wij  met de afdeling dit najaar nog eens over.” Klokslag negen uur ging eenieder spoorslags op weg naar huis in Holland of Noord-Nederland, want in Nederland vertrekt de trein precies op tijd!

 

Maarten van Luttervelt

Afdeling Amsterdam


Reacties



Terug naar overzicht »