<< Vorige pagina

13 februari 2019

De ‘somewheres’, de ‘anywheres’ en de Orde: speech van nieuw lid afdeling Plantiniana


Vier nieuwe leden installeerde de afdeling Antwerpen-Plantiniana op haar vorige vergadering. Traditiegetrouw mocht één van hen een aanstellingsspeech houden. Hoe kunnen we als Orde van den Prince de kloof overbruggen tussen de kosmopolitische 'anywheres' en de 'somewheres', die meer geworteld zijn in de lokale samenleving en minder kansen hebben dan de 'anywheres'? Een relevant thema voor de Orde van den Prince.

 

De nieuwe en 'nieuwe' leden van Plantiniana: Hugo Sebreghts, Anne Verstreken,
Mieke Hollaert (al jaren lid van Taxandria) en Katelijne Boon.

 

 Geachte Princevrienden,

 

Tradities zijn te waardevol om niet te worden behouden. Eén daarvan is dat een woordje wordt gezegd door één der nieuwe leden. Met enige schroom doe ik dit mede namens Katelijne Boon en Anne Verstreken. We vinden het een eer en een genoegen lid te mogen worden van dit genootschap. We zijn op zoek naar onze opdracht. Er zijn bronnen …

 

Amicitia

 

Amicitia et Tolerantia zijn de sleutelbegrippen van de Orde. De naam van het genootschap verwijst naar Willem de Zwijger. Deze in zijn tijd illustere man werd gekozen wegens zijn rol in de geschiedenis van de Nederlanden en zijn tolerantie (gemeten naar toenmalige normen). Tijdens zijn bewind en na zijn overlijden in 1584, juist voor de val van Antwerpen, verlieten tienduizenden Antwerpenaars hun stad om definitief te emigreren naar de noordelijke provincies en de landen die ons omringen. Ze zijn er perfect geïntegreerd. De lijfspreuk van de prins was: 'Je maintiendrai' (Ik zal handhaven). Minder bekend is dat hij deze lijfspreuk aan het eind van zijn leven uitbreidde: 'Je maintiendrai l'honneur, la foy, la loi de Dieu, du Roy, de mes amis et moy' (Ik zal de eer, het geloof, de wet van God, van de koning, van mijn vrienden en mij handhaven).

 

Keure

 

In de ‘Keure’ van de Orde lezen we dat ze tot doel heeft 'de studie, de beleving en de uitbouw van de Nederlandse aard in het persoons-, gezins- en gemeenschapsleven'. In de vierde karaktereigenschap van de ‘Keuze van 2005’ staat: “De Orde zal het intellectuele vermogen dat ze met haar leden bezit bewuster en gerichter benutten in haar activiteiten, communicatie en identiteit.” De gemeenschappelijke noemer van amicitia et tolerantia en van 'Je maintiendrai' is altijd iets wat je samen doet met anderen en dat je daardoor met hen verbindt. Per definitie is het gericht op de andere, op het gemeenschapsleven.

 

 

Gemeenschappelijk belang

 

Dit is niet toevallig: ons belang ligt in het gemeenschappelijk belang. Dat zit in onze genen en het groeit vanuit ons intern geweten, uit onze eigen ethiek, onze interne weegschaal en moraal. We krijgen die in belangrijke mate mee bij onze conceptie. In onze genen zit ons sociaal besef, onze diepmenselijke drijfveer en voorgeprogrammeerde gedraging, net zo goed als ons godsbesef, ons besef van goed en kwaad, toegelaten of verboden, maar ook onze oerreflecties zoals bij gevaar. Het zijn onze ‘animal spirits’, ons geweten en emotionele drijfveren. We kunnen ze niet met een schakelaar aan- of afzetten. We kunnen ze bijvijlen.

 

Samenwerking loont

 

Onze genetische en biologische constructie heeft ons geleerd dat samenwerking loont. Van in de oertijd zoeken mensen steun bij elkaar. De man vond de vrouw. Kinderen zijn gehecht aan hun ouders. Familieverbanden zitten diep verankerd. Allerlei factoren rondom ons zoals plaats van geboorte, streek, taal, cultuur, onze gehechtheid, godsdienst of levensbeschouwing bepalen tot welke groep we behoren. Geborgenheid, waardigheid, veiligheid, samenhorigheid, authenticiteit, gezond verstand en vrijheid binnen het verband waartoe men behoort - maar ook dat ethische principes uitstijgen boven het behoren tot een bepaalde groep - zijn ieder op zich belangrijke elementen die zonder reglementering leiden tot solidariteit ten aanzien van elkaar en zorg voor elkaar. Maar ook agressie zit in onze genen: ze maakt deel uit van onze zelfbehoudsreflex. Dat alles is onze gemeenschappelijke, gedeelde basis. Als sociale wezens doen we dingen omdat het spoort met de wereld rondom ons. Daar ligt onze ‘Amicitia et Tolerantia’-opdracht.

 

Geestelijk kapitaal

 

Het behoud van taal en cultuur zijn de doeleinden van het genootschap. Als lid worden we geacht te passen in de traditie van zelfbewuste, cultuurbewuste burgers die hun geestelijke kapitaal willen investeren in het genootschapsleven. Die opdracht is ruimer dan deze samenkomsten. Er groeit vandaag een maatschappelijke bipolaire stoornis tussen wat de Engelse journalist David Goodhart noemt de ‘anywheres’ (overalmensen) en de ‘somewheres’ (ergensmensen). De eerste zijn goed opgeleid, sociaal mobiel, hechten grote waarde aan autonomie en openheid, verhuizen gemakkelijk, ook over de landsgrenzen heen en voelen zich overal thuis. Ze vormen hun identiteit op basis van studie en sociale mobiliteit. Globalisering en diversiteit zijn voor hen een vat vol kansen. De 'somewheres' daarentegen zijn sterk geworteld in de lokale gemeenschap. Veiligheid en huiselijkheid zijn voor hen belangrijk. Hun identiteit is gekoppeld aan traditionele verbanden, zoals familie en religie. Globalisering en diversiteit zijn voor hen bedreigend.

 

Overlappend

 

Als Princevrienden zouden we overlappend moeten kunnen zijn in deze multiculturele en diverse wereld. Ons belang met betrekking tot het handhaven van taal en cultuur vereist dat we de anywheres, zowel die van hier als zij die van elders komen maar hier zullen blijven, blijvend verbinden met onze taal en cultuur. Tezelfdertijd moeten we de somewheres die hier altijd waren, maar die zich verloren, angstig en machteloos voelen in deze veranderende wereld, trachten duidelijk te maken dat het glas niet half leeg is, maar halfvol. De sociologische denkers van deze tijd zoals David Goodhart, Didier Eribon ('Terug naar Reims') en Martha Nussbaum ('Het Koninkrijk van de angst') wijzen ons de weg. We moeten geloven in de toekomst van onze taal en cultuur, ondanks de veranderende wereld rondom ons. Dit verbindend uitdragen, is ons einddoel, willen we die taal en cultuur in lengte van dagen veilig stellen en handhaven in deze gemeenschap.

 

De tolerantia van Willem van Oranje - maar gemeten naar huidige normen - en de amicitia kunnen zorgen voor het maintenir!

 

Dank u.

 

 

Hugo Sebreghts

 


Reacties



Terug naar overzicht »